Albert en Piet Heijn – over Nijkerkerveen

Vlag NlPiet Hein, Piet Hein, zijn naam was klein“, zingen we met Koninginnedag. Albert Heijn let op de kleintjes volgens de reclame. De eerste noemen we een nationale held, terwijl hij eigenlijk een zeerover was en de tweede noemen we een kruidenier. Wat hebben deze twee mensen met de ontwikkeling van Nijkerkerveen te maken? Alles!

Albert Heijn

Grootgrutter

Een echte kruidenier let vooral op de inkoop, waardoor afdingen hoort bij de aard van het beestje. Hij zal voor zijn toeleveranciers een draak zijn, want iedere aankoop is een onderhandeling. Daar zit nu net de winst. Hier gaat het om vele transacties per dag, die gezamenlijk het complete plaatje maken. Als er onverhoopt een mislukking bij zit, zullen de andere transacties het weer goed maken. Het verlies wordt op de koop toe genomen. Dit grootgrutten heeft niets meer met de kruidenier van vroeger te maken, maar alles met marketing, (financieel) management, strategie en vooral veel (aandelen)kapitaal. Aardig detail is dat het beeld van de acteur, Harry Piekema, wordt gezien als het beeld van Albert Heijn.

Piet Hein Delfshaven

Nationale held

De landsheld en zeerover, Piet Hein, daarentegen moet het hebben van één klap. Hij neemt risico’s en springt letterlijk in het diepe. In dienst van de West Indische Compagnie voer hij maarliefst drie tochten, voordat hij de nationale roem verdiende. Ironisch in dit verhaal is dat de hoeveelheid buit bepalend was voor de roem. In de eerste twee tochten had Hein namelijk ook overwinningen geboekt, maar die werden beduidend minder betekenis gegeven. Nog markanter is dat de grote buit tevens het einde betekende van Hein’s dienstverband bij de WIC, wegens “onoverbrugbare verschillen van inzicht”, ofwel de beloning voor Hein en zijn manschappen.

Albert en Piet over Nijkerkerveen

Duidelijk wordt hier het verschil geschetst tussen de grootgrutter en de zeerover. De eerste krijgt een beursnotering en de tweede een standbeeld. De eerste verdient nu veel geld en de tweede nationale roem. De eerste wordt rijk en de tweede sterft in het harnas. De eerste maakt geen verschil en de tweede maakt alle verschil.

grootgrutter

let op de kleintjes

Wie de ontwikkeling van Nijkerkerveen als een grootgrutter bekijkt, zal zichzelf blijven terugvinden in slepende onderhandelingen waar hij niet uitkomt. Hij wil namelijk de zaak bekijken als één van de transacties (in het grondbedrijf van de gemeente), maar moet een groot verlies wegcijferen dat niet zo snel weer goedgemaakt kan worden door de andere transacties (in hetzelfde grondbedrijf). Iets wat bij een grootgrutter een voorwaarde is (budget neutraal?). De cijfers passen simpelweg niet op de excell sheet en worden daarom verworpen.

Wie de ontwikkeling van Nijkerkerveen bekijkt als een kans om een dorp te (laten) ontwikkelen, zal bereid zijn de daarvoor benodigde middelen vrij te maken. hij ziet dat als een investering in de toekomst, die later zijn vruchten zal afwerpen. Daarvoor is echter een visie nodig, die aanspreekt tot de verbeelding. Het idee van de zilvervloot was destijds genoeg om uit te varen met alle risico’s van dien. Een Zeeuws Meisje visie; “geen cent te veel hoor”, doet dat echt niet.

Maar er is geen budget!

Ik hoor de bezwaren al;” Je kan toch niet zomaar geld uitgeven”, “Waarom moeten we investeren in Nijkerkerveen” en “Hoe ga je dat uitleggen aan de mensen die de middelen niet krijgen”. Die vragen, daar heb ik natuurlijk over nagedacht, want het zijn de vragen die je altijd krijgt van de rekenmeesters. Het zijn de beste vragen om een voorstel compleet onderuit te halen, want het thema “geen budget” wint altijd. Mijn antwoord daarop is heel eenvoudig “geen budget betekent geen prioriteit, ofwel geen zin” Het is ook klare onzin, want budgetten zijn met name het sturingsinstrument van overheden. Kijk maar naar de landelijke politiek, de miljoenennota, die geeft aan waar de prioriteit ligt. Als er geen budget voor vrijgemaakt is betekent dat niets meer dan dat de verantwoordelijke bestuurders er geen zin in hebben.

Jullie vertegenwoordigen het belang van Nijkerkerveen

euroIn deze tijd is het heel gebruikelijk om mensen gelijk te stellen aan belangen. Sterker nog, als je niet een belang vertegenwoordigt, ben je niet te plaatsen en dus niet voor of tegen. Het algemeen belang dienen wordt daarom heel erg lastig. Het bestaat ook eigenlijk niet, want in de moderne gedachte van het vrije marktsysteem jaagt nu eenmaal iedereen zijn eigen belang na.  Sommige mensen vertalen het algemeen belang naar het “huishoudboekje” van de gemeente. Dit duidt mijns inziens op de gedachte dat als het huishoudboekje klopt, daarmee het algemeen belang het meest is gediend. Nu valt daar nogal wat op af te dingen.

Vooraleerst is dat een totaal financiele benadering, die in zich geen oog heeft voor maatschappelijke belangen. Ik kan me daar wel iets bij voorstellen, gezien het collegeprogramma, dat voornamelijk geen lastenverhoging voor de burger belooft, maar er is meer dan alleen geld onder de zon.

huishoudboekje

huishoudboekje

Ten tweede kan dat huishoudboekje worden opgesplitst in korte en lange termijn. We noemen dit in gemeenteland de programmarekening   (winst en verlies rekening) en de kadernota (balans). Wat slecht uitkomt voor de balans kan goed zijn voor de winst en verliesrekening, maar belangrijker ook vice versa.

Tot slot weet iedere ondernemer, accountant en fiscalist dat er nogal wat geschoven kan worden in die huishoudboekjes. Met name voorzieningen en reserves doen het goed op de fiscale balans. De werkelijke cijfers, voor zover die al bestaan, zijn enkel voor zeer ingewijden te lezen.

touwtrekkenHet belang van Nijkerkerveen is in deze gedachte zoveel mogelijk geld eruit slepen en het belang van de gemeente, tja…., de kaasschaaf erover?…. grootgrutten? Geen wonder dat die belangen zo ver uit elkaar liggen, toch? Niemand die in deze gedachtengang nog kan denken aan een investeringsbegroting, laat staan een plan of een visie. Dat het algemeen belang en het belang van Nijkerkerveen niet per definitie twee gescheiden zaken zijn en derhalve best gelijkgesteld kunnen worden is volledig uit beeld. We zijn toch allemaal gebaat bij een goede ontwikkeling van Nijkerkerveen, of vergis ik me daar?

Het is onverantwoord om het voorkeursmodel uit te voeren

Met “onverantwoord” wordt bedoeld te duur. Maar hoeveel te duur, volgens welke criteria en wat voor verdienmodel, dat zijn vragen waar geen antwoord op komt. Dat is blijkbaar het primaat van de gekozen bestuurders. Zij kunnen inschatten of iets “verantwoord” is of niet. Klaarblijkelijk hebben we in 2009, toen we het voorkeursmodel vaststelden, geleden aan collectieve verstandsverbijstering, want toen vond nog niemand het onverantwoord, maar juist heel mooi.

Als ondernemer stel ik altijd de vraag welk probleem u oplost. Het antwoord in dit geval kan wederom slechts het huishoudboekje zijn, waardoor wij ons als Veenders echt niet meer voelen dan een “exploitatiegebied”, waarin winstmaximalisatie een juiste bedrijfsvoering betekent. In de bedrijfskunde gaan nu, met name dankzij de crisis, vele stemmen op die winstmaximalisatie helemaal niet goedkeuren. Sterker nog, boze tongen beweren dat het de oorzaak is van de crisis.

goed voor je geld

goed voor je geld

Denk even aan de Wognumse Dirk, die nu in zaaltjes met aandachtige mensen  voor veel geld staat uit te leggen hoe hij het kunstje met DSB heeft gedaan. Het totale failliet van het gezonde verstand. Als er iemand is die weet hoe je snel wat kunt verdienen is hij het. Als er iemand weet hoe je uit de bocht kunt vliegen, is hij het ook. De icoon van het vrije marktdenken.

De begeleidingsgroep had de strikte beperking om zich niet met de financiën te bemoeien. Er heeft dan ook nooit iemand voorgerekend hoe onverantwoord het voorkeursmodel zou zijn. Het is voor de groep dan ook bijzonder lastig om een dergelijke uitspraak op waarde te schatten. Is het een ordinaire bezuinigingsmaatregel? Is het idee ontstaan uit grondige berekeningen? Of heeft er iemand onder het genot van een goed glas Cognac en een dikke sigaar bedacht dat het goedkoper moet? De beperking van de begeleidingsgroep blijkt in deze onhoudbaar te worden, gezien het feit dat de factor financiën keer op keer van doorslaggevende aard is.

Door de crisis verwachten we minder verkoop

crisis

crisis

Reden te meer om het woningbouwprogramma naar beneden bij te stellen. Ik pleeg mij te herinneren dat de provincie dit ook heeft geadviseerd, in verband met de te verwachten woningbehoefte. Daarbij zal de crisis, die volgens echte ingewijden helemaal geen crisis is, maar een correctie op het kapitalistische systeem, geen jaren meer duren en dus voorbij zijn als het voorkeursmodel nog maar net in uitvoering gaat. Bovendien beweren boze tongen dat de crisis haar hoogtepunt nog niet heeft bereikt, maar dat is koffiedik kijken.

We moeten van de provincie meer goedkoop bouwen

gelderlandNou, nee, we moeten van de provincie minder duur bouwen, tenminste dan voldoe je ook aan de verhouding 35% goedkoop. Het laatste rapport van Companen (januari 2011) geeft ook aan dat het voorgenomen woningbouwprogramma en de woningbehoefte in Nijkerkerveen met name op het dure segment uit de pas lopen. Dat kan veel minder.  Maargoed, juist de dure woningen moeten het financieel  goed maken voor de goedkopere. Het idee om het hele programma te verdichten is een idee, naast vele andere mogelijkheden om aan de kaders te voldoen. Dit idee levert waarschijnlijk een moeizaam verkoop traject op, wat de winst ook aanzienlijk drukt.

Vragen we het Albert of Piet?

kapitein haakKortom het hangt er maar helemaal vanaf of we het aan Albert of Piet vragen. Waar mijn persoonlijke voorkeur uitgaat naar Piet, want je kan het maar één keer fout doen. De benadering van Albert hebben we al een beetje te veel gezien en begint te klinken als een plaat die blijft hangen. Het lijkt er nu sterk op dat het model zoveel mogelijk wordt uitgehold. Nijkerkerveen is geen Vinex plangebied, waar nu slechts konijnen wonen. Nee, het is een dorp, waar mensen wonen, sporten en werken. We zijn het erover eens dat Nijkerkerveen moet ontwikkelen en vragen slechts om een plan dat past bij dit dorp.

“Mag het een onsje meer zijn?”

..